De hoogste bestuursrechter in ons land, de Centrale Raad van Beroep (CBB), heeft ten aanzien van een transport van varkens geoordeeld dat de beladingsnorm van 235 kg/m2 niet van toepassing is op varkens die zwaarder zijn dan ongeveer 100 kg.
In de Europese Verordening 1/2005, ook wel de Transportverordening genoemd, is opgenomen dat de beladingsdichtheid voor varkens van ongeveer 100 kg. niet hoger mag zijn dan 235 kg./m2. Dat levert in de praktijk vaak problemen op. Immers, veel zwaardere varkens zorgen voor meer gewicht dan 235 kg. op de vierkante meter. Maar dat wil niet automatisch zeggen dat er dan sprake is van een overbelading van het transport.
In de zaak waarin nu uitspraak is gedaan, is door ondergetekende dan ook betoogd dat deze norm niet heeft te gelden voor dieren die kennelijk zwaarder zijn dan ‘ongeveer 100 kg.’ Immers, een zwaarder varken betekent niet per definitie een breder of langer varken. Het varken kan ook hoger zijn en zal in ieder geval voor meer gewicht per vierkante meter zorgen. Daar is echter door de wetgever nooit rekening mee gehouden. Sterker nog, tot deze uitspraak hebben de rechters in Nederland de norm van 235 kg/m2 altijd als minimumnorm genomen. En dat betekende dat het transport van dieren van 200 kg. ook aan deze norm moesten voldoen.
De Verordening benoemt echter alleen maar de categorie varkens van ongeveer 100 kg. en kent geen beladingsnormen voor andere gewichten. Als deze norm voor alle dieren had te gelden, dan had in de Verordening wel gestaan dat de norm zou moeten gelden voor alle dieren vanaf 100 kg. Dat staat er echter niet, en daarom hebben is er betoogd dat de norm niet heeft te gelden voor dieren in deze zaak, met een gemiddeld gewicht van 202 kg.
Het CBB heeft dat verweer gevolgd. Het CBB wijst daarbij naar een uitspraak van het Europese Hof over een zaak in Denemarken. In die zaak had Denemarken een tabel gemaakt, met daarin beladingsnormen voor varkens met een zwaarder gewicht dan de in de Verordening genoemde 100 kg. Het Europese Hof heeft die werkwijze goedgekeurd. Daaruit concludeert het CBB dat het Europese Hof dus ook van mening is dat er andere normen gelden voor dieren die zwaarder zijn dan de in de Verordening genoemde ‘ongeveer 100 kg.’
Zoals meestal is er echter een klein biggetje onder het gras. Het CBB geeft namelijk aan dat er nog een andere norm van toepassing is. En dat is een norm uit dezelfde Verordening, luidende dat alle varkens tenminste gelijktijdig moeten kunnen gaan liggen en in hun natuurlijke houding moeten kunnen gaan staan.
Dat betekent dat als de toezichthouder rapporteert dat hij vastgesteld heeft dat niet alle varkens gelijktijdig konden gaan liggen en dat niet alle varkens in hun natuurlijke houding konden gaan staan, er alsnog een boete kan worden opgelegd, ongeacht het gewicht per vierkante meter. Een dergelijke waarneming van een toezichthouder is echter discutabel. Mocht een toezichthouder een dergelijke discussie ter plaatse aanzwengelen, dan is het goed om foto’s te maken van de situatie, en er getuigen bij te roepen, zodat eventueel bij bezwaar de rapportage van de toezichthouder aangevallen kan worden.
Het CBB neemt een dergelijke vaststelling van een toezichthouder ook niet altijd meteen voor waar aan. In de zaak waar we hier over spreken concludeert het CBB namelijk dat een feitelijke en gedetailleerde omschrijving van de bij de controle aangetroffen toestand met betrekking tot de voor de varkens beschikbare ruimte in de vrachtwagen en de positie van de varkens ontbreekt. Zelfs de foto’s van de toezichthouder waren voor het CBB onvoldoende. Dat betekent dat de toezichthouder een zware dobber heeft aan het bewijzen van een tekort aan ligplaats en een tekort aan ruimte om te staan. Hij zal dat standpunt uitvoerig moeten motiveren.
In deze zaak heeft dat gebrek aan voldoende motivering er toe geleid dat het CBB het hoger beroep van cliënt ontvankelijk en gegrond heeft verklaard. En dat betekent dat de boete is terugbetaald, alsmede de griffiegelden en de proceskosten voor juridische bijstand.
Voor de transporten van varkens in het algemeen betekent dit dat er niet meer geverbaliseerd kan worden voor deze norm indien de varkens zwaarder zijn dan ongeveer 100 kg. en alle varkens gelijktijdig kunnen liggen en in hun natuurlijke houding kunnen staan. De verwachting is dat de overheid aan de slag zal gaan om ook normen te ontwikkelen voor zwaardere varkens. De sector heeft bij de onvermijdelijke onderhandelingen daarover met deze uitspraak een sterke troef in handen.