De vos was meer dood dan levend. Opgerold in een vangkooi. Vol met wonden en ongedierte. Stinkend naar rottend vlees. En als klap op de vuurpijl lag zijn staart los, en wel vlak voor de vangkooi.
Een wandelaar kwam voorbij en zag het. Het hele spel ging op de wagen: politie en dierenambulance rukten uit en al gauw was de vos omringd door hulpverleners.
De jager zag het tumult op zijn landgoed, en ging, het ergste vermoedend, ter plaatse. Hij zag nog net hoe de vos de laatste adem uitblies tijdens de ongetwijfeld goedbedoelde reddingsactie.
Verwijtende blikken naar de jager. Die was zich echter van geen kwaad bewust: hij controleert de vangkooi regelmatig, een vos zit er nooit lang in, hij is er altijd ruim op tijd bij. Een vos in een dergelijke conditie had hij nog nooit gezien, dat moet al zo geweest zijn toen de vos de kooi inliep.
De politie en de provinciale toezichthouder zien er een zaak in. Er worden foto’s gemaakt van de kooi en het dier. Er wordt een proces-verbaal opgemaakt en de jager wordt als verdachte gehoord.
Vervolgens komt het dossier bij de aanklager, de officier van justitie terecht. Ook zij zag er een zaak in: de jager moest voor de rechter verschijnen. De verdenkingen waren dat hij pijn of letsel aan de vos heeft veroorzaakt omdat, in de visie van justitie, de valdeur van de vangkooi zodanig was geconstrueerd dat de staart van de vos klem is komen te zitten en er af is gehakt. Ook zou de jager strafbaar zijn omdat hij geen water en voer in de kooi had gezet.
Dit werd een uitdaging. Immers, kan een rechter doorzien en begrijpen waarom vossen beheerd moeten worden, en op welke manieren dat mag gebeuren? We namen geen enkel risico, en ik besloot om mijn betoog te beginnen met een soort mini-cursus over vossen en het beheer daarvan.
Op de dag van de zitting stapten we met het dossier en het nodige voorlichtingsmateriaal de rechtszaal binnen. De blikken van de officier van justitie en de rechter beloofden vooralsnog weinig goeds. Eén van de openingsvragen van de rechter beloofde nog veel minder: “een vos is toch een beschermde diersoort die u niet mag vangen?”
Tijd voor mijn minicursus.
Aan de hand van het ter plaatse geldende Faunabeheerplan leggen wij de rechter uit wat het gevaar van de vos is voor bijvoorbeeld kippenbedrijven, maar ook voor weidevogels, en waarom de vos dus beheerd en ja, zelfs bestreden moet worden. We leggen uit wie het Faunabeheerplan opstelt, dat daar bijvoorbeeld ook een gerespecteerde organisatie als de NOJG aan deelneemt. Maar ook overheidsorganisaties en zelfs de Dierenbescherming. En als zelfs de Dierenbescherming achter het vangen van de vos staat, tja, wie zijn wij dan nog?
Langzaam zien we het beeld kantelen. Zowel de rechter als de officier zijn op het puntje van hun stoel gaan zitten en zijn oprecht geïnteresseerd in het verhaal.
Nu de minicursus over de vangkooi. Aan de hand van de foto’s in het dossier tonen we aan dat de vos met staart en al in de kooi moet zijn vooraleer hij het aas kan pakken waardoor de kooi dichtklapt. Het is volstrekt onmogelijk dat de staart tussen de deur gezeten heeft. Gezien de uiterst slechte conditie van de stervende vos is niet uit te sluiten dat hij vanwege pijn of jeuk zichzelf van zijn staart ontdaan heeft voordat hij de kooi betrad. De door de politie ingeschakelde dierenarts kon deze lezing niet uitsluiten, de vos kon het zelf gedaan hebben vond ook zij. En als een vos dat gedaan heeft, en in een dergelijke belabberde conditie de kooi heeft betreden, welk verwijt kan je dan de jager nog maken?
Over water en voer hebben we uitgelegd dat dat niet gebruikelijk is in een vangkooi die zeer regelmatig wordt gecontroleerd. En dat regelmatig controleren deed de jager ook. Wat de jager met gevangen vossen deed vroeg de rechter nog. Doodschieten was het antwoord. Geheel volgens de regels die we net aan de rechter hadden uitgelegd.
De rechter wist genoeg. Het systeem van het vossenbeheer was hem duidelijk. Het systeem van de vangkooi ook: dat kon de valdeur nooit veroorzaakt hebben. Hij sprak de jager vrij: de vos was al in een slechte conditie en heeft naar alle waarschijnlijkheid zelf zijn staart afgebeten. Het water en voer? Dat was een bijzondere beslissing van de rechter: de vos zou toch doodgeschoten worden, dus water en voer hadden geen zin. Ook daarvan is de jager vrijgesproken.
Dit liep goed af. Maar het kan geen kwaad alert te zijn op het voorkomen van extra leed aan gevangen dieren. Kijk goed naar het systeem van de vangkooi en met name de valdeur, en zorg toch maar voor de zekerheid voor vers water en voer in de kooi. Voorkomen is beter dan genezen.