Randvoorwaardenkorting en strafvervolging niet verenigbaar: Openbaar Ministerie niet ontvankelijk
Het Gerechtshof in Arnhem heeft op 25 november jl. in een zaak van ons kantoor bepaald dat zodra een verdachte agrariër een randvoorwaardenkorting opgelegd heeft gekregen voor precies dezelfde feiten als de lopende strafzaak, de strafzaak van tafel moet.
In dit geval ging het om verdenkingen van fraude met oormerken van runderen. Onze cliënt had daar, voor precies dezelfde feiten, al een randvoorwaardenkorting van 40% voor opgelegd gekregen. Dat betekent dat cliënt fors is gekort op zijn subsidies voor het jaar waarin de feiten gepleegd zouden zijn.
Cliënt dacht dat de kous daarmee af was.
Enige tijd later ontvangt cliënt echter ook nog eens een dagvaarding om bij de strafrechter te verschijnen. Mr. Stassen heeft daar het verweer gevoerd dat het nogmaals opleggen van een straf gezien moet worden als een niet toegestane dubbele bestraffing. Immers, cliënt had al diep in de buidel moeten tasten bij de forse vermindering van de landbouwsubsidies vanwege de opgelegde randvoorwaardenkorting. De wet staat dan niet toe dat er nog een tweede straf wordt opgelegd.
De Rechtbank in Utrecht zag niets in dit verweer, en veroordeelde cliënt tot een forse geldboete. Daartegen is door ons hoger beroep ingesteld. En met succes: het Gerechtshof te Arnhem heeft nu bepaald dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk is in de vervolging van cliënt. Dat betekent dat justitie nooit aan de vervolging en bestraffing van cliënt had mogen beginnen, omdat hij voor dezelfde feiten immers al gestraft was.
Ons kantoor heeft nog een aantal van deze zaken aanhangig gemaakt bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Die behandelingen en uitspraken zullen later volgen, maar de toon is nu wel gezet.
Indien u in eenzelfde situatie zit, of vragen heeft over dit onderwerp, kunt u, geheel vrijblijvend, contact opnemen met mr. Maurice Stassen via ons kantoor, of via zijn mobiele nummer 06-51183480.