De Voorzieningenrechter (rechter in kort geding) heeft in een zaak waarin een bestuurlijke boete van € 3.000,= was opgelegd aan een bedrijf, bepaald dat de boete niet meteen betaald hoeft te worden. De rechter overwoog dat in een situatie waarin nog niet vaststaat dat de boete terecht is opgelegd, en de boete het bedrijf in zwaar weer zou brengen, de boete niet betaald hoeft te worden. Dat betekent dat eerst (in ieder geval) de bezwaarprocedure mag worden afgewacht teneinde te bezien of de boete terecht is opgelegd. Het is juist de boete opleggende instantie die moet aangeven waarom er niet gewacht mag worden met het betalen van de boete voordat er op bezwaar is beslist.
Deze uitspraak kan gebruikt worden om in ieder geval hangende de bezwaarprocedure een uitstel van betaling te krijgen. Zeker als een betaling van de boete de beboete persoon of het beboete bedrijf in niet terug te draaien problemen brengt.
De uitspraak is op Rechtspraak .nl terug te vinden onder het kenmerk ECLI:NL:RBAMS:2016:9126
Voor vragen en vrijblijvend advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met mr. M. Stassen, 06-51183480.