Bestuursrechtelijke handhaving door middel van het opleggen van een bestuurlijke boete wordt door de ondernemers in de sector veelogistiek als onredelijk en disproportioneel bestempeld. Om die reden heeft Vee&Logistiek Nederland Nederland samen met mr. Maurice Stassen van Linssen cs Advocaten uit Tilburg een onderzoeksopdracht gegeven aan Rob Driessen van de juridische Hogeschool Avans-Fontys. De bevindingen uit het rapport zullen gebruikt worden in toekomstig te voeren procedures tegen bestuurlijke boetes.
Onderwerpen onderzoek
Eén van de onderwerpen betreft het recht op een contra-expertise, oftewel de mogelijkheid om het dier zelf te onderzoeken. Nu is het vaak zo dat een vervoerder pas na enkele maanden te horen krijgt dat een dier niet transportwaardig was. Daarbij is hij niet betrokken geweest bij het opstellen van het rapport van de NVWA’er. Daarom ontstaat telkens weer de discussie of het dier vervoerd mocht worden, en tot op heden trekt de NVWA dan aan het langste eind. Daar gaat verandering in komen.
Een ander onderwerp betreft de hoogte van de boete. Heel stilletjes is er een verhoging van boetes doorgevoerd, zonder aan te geven waarom dezelfde overtreding in het recente verleden veel lager werd beboet. Rob heeft onder andere met betrekking tot deze twee onderwerpen onderzoek gedaan naar zaken die al gespeeld hebben bij de rechter.
Recht op contra-expertise
In de zaken waar het gaat om het vervoeren van een dier is het aan de toezichthoudend dierenarts om te beoordelen of een dier geschikt was voor transport. Deze beoordeling vindt doorgaans na lossing plaats in een slachthuis. Maar ook in andere zaken, zoals overbelading, stahoogte en reiniging van het voertuig is het rapport van de toezichthoudend dierenarts van doorslaggevend belang.
Zoals gezegd, wordt de vervoerder niet betrokken bij het opstellen van het rapport van de NVWA-dierenarts. Hooguit is er een mededeling aan de chauffeur dat er iets niet in orde is, maar daar blijft het dan ook bij. In bijna alle onderzochte zaken is aangevoerd dat de vervoerder het recht moet krijgen om ook zelf onderzoek te kunnen doen, de zogenaamde contra-expertise. Tot op heden heeft de rechter dat niet toegestaan.
Hoewel de wet niet een verplichting kent tot het bieden van gelegenheid van een contra-expertise wel worden afgedwongen door de veetransporteur. Immer, omdat er sprake is van een straf, moet er ook sprake zijn van een eerlijke mogelijkheid voor de vervoerder om verweer te kunnen voeren. Dat is in het Europese recht vastgelegd.
Chauffeur actievere houding
Indien we de contra-expertise in komende juridische procedures willen gaan gebruiken, dient om te beginnen de chauffeur een actievere houding aan te nemen. Zo zal de chauffeur bij ieder transport de toezichthoudend dierenarts moeten opzoeken om na te gaan of er iets niet in orde zou zijn. Zodra de chauffeur te horen krijgt dat er iets is, moet hij aan de toezichthoudend dierenarts laten weten de eventuele overtreding ook zelf te willen onderzoeken, en dat hij de onderzoeksresultaten wil hebben. Ons idee daarbij is dat de chauffeur een standaard brief bij zich heeft, die hij aan de toezichthouder overhandigt. Vervolgens dient hij zijn baas in te lichten, en dient het bedrijf te beoordelen of ze zelf willen gaan kijken of dat ze een dierenarts sturen om naar het dier en de wagen te kijken. Ook dat moet dan met een standaard brief worden aangekondigd aan de NVWA. Deze werkwijze geldt bij aanzeggingen van een boete, maar ook bij aanzeggingen van een waarschuwing.
Het spreekt voor zich dat, als er duidelijk sprake is van een overtreding, een dergelijke actie achterwege kan blijven. Maar bij twijfelgevallen, zoals een dikke poot of een verse wond, is het noodzakelijk om zelf actie te ondernemen en de mogelijkheid te forceren om het dier dan wel de wagen te (laten) onderzoeken.
Acceptatie door NVWA
De kans is groot dat de NVWA de contra-expertise zal weigeren. Bij de rechter kunnen we met deze nieuwe methode echter aantonen dat daar door de chauffeur en het bedrijf uitdrukkelijk schriftelijk om is verzocht. Vervolgens kunnen we wijzen op eerdere uitspraken van de Hoge Raad. Zowel de onderzoeker, Linssen cs Advocaten als Vee&Logistiek Nederland zien in die eerdere uitspraken voldoende argumenten om met succes voor een contra-expertise te pleiten.
Opmerkelijk is dat de rechters tot nu toe, bijna zonder uitzondering, uitgaan van de juistheid van de conclusies van de toezichthoudend dierenarts. Dat maakt dat de NVWA altijd aan het langste eind trekt. Uit de door Rob bestudeerde uitspraken, blijkt dat zelfs verklaringen van de chauffeur, de veehouder en andere getuigen niet voldoende zijn om de juistheid van de diergeneeskundige verklaring van de dierenarts onderuit te halen.
Zo zijn er zaken geweest waar de veehouder een schriftelijke verklaring heeft gegeven dat bij het bewuste transport alle dieren gezond en wel zelfstandig de wagen zijn opgelopen. Daarbij heeft de dierenarts van het bedrijf een schriftelijke verklaring afgelegd dat hij regelmatig op het bedrijf komt, en dat het bedrijf uiterst zorgvuldig met de dieren omgaat. Tenslotte heeft de chauffeur een verklaring afgelegd dat de dieren zonder problemen zelfstandig de wagen zijn opgelopen. Toch is dat alles niet voldoende voor de rechter. De verklaring van de toezichthoudend dierenarts is heilig.
Dat betekent eigenlijk dat er dan nog maar één verweer overblijft, en dat is het mogen verrichten van eigen onderzoek aan het dier dat volgens de toezichthoudend dierenarts niet vervoerswaardig zou zijn. De vervoerder moet de gelegenheid geboden worden om precies hetzelfde onderzoek te mogen doen als de NVWA. Als de NVWA dat weigert, dan krijgt de veetransporteur geen eerlijke kans om verweer te voeren tegen een boete of een waarschuwing, en dat is in strijd met het Nederlandse en het Europese recht. Op dat punt valt te scoren bij het aanvechten van bestuurlijke boetes.
Hoogte bestuurlijke boete
Het onderzoek maakt ook duidelijk dat er ruimte is om verweer te voeren ten aanzien van de hoogte van de bestuurlijke boete bij overtreding van de Transportverordening. Door verandering in wetgeving wordt de veetransporteur tegenwoordig structureel hoger beboet dan voorheen. Indien de NVWA een overtreding aanmerkt als een geringe overtreding of een ernstige overtreding, wordt respectievelijk een boete opgelegd van 725 euro en 3.000 euro.
Voorheen zou dan een boete van 500 euro dan wel 2.500 euro worden opgelegd.
Deze verhoging heeft zonder inhoudelijke reden en motivering plaatsgevonden, en ook dat is in strijd met het Europese recht. In toekomstige procedures wordt daarom verweer gevoerd op de hoogte van de boete, en met name op het feit dat de boetes zonder enige reden en toelichting zijn verhoogd.
Tot slot geeft een recente uitspraak van de hoogste bestuursrechter, het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, aanleiding om, in het licht van het beleid van de NVWA, een kanttekening te plaatsen bij het voorschrift om enkel dieren te mogen vervoeren die daarvoor geschikt zijn. In de betreffende uitspraak brengt het College het begrip op voor het feit dat zelfs een deskundige dierenarts van de NVWA een dier dat niet geschikt is voor vervoer bij een controle over het hoofd ziet. In die zaak is pas in een later stadium vastgesteld dat het dier niet vervoerd mocht worden. Met andere woorden: het verwijt dat altijd aan de transporteur wordt gemaakt, is nu de dierenarts aan te rekenen. Dit geeft duidelijk aan dat het beoordelen van een dier niet zo gemakkelijk is als de NVWA wil doen voorkomen.
Het beleid van de NVWA is zo ingericht, dat bij een tweede overtreding binnen drie jaar tijd al een bestuurlijke boete aan de transporteur wordt opgelegd. Voor (grote) (veetransport)ondernemingen wordt hiermee een zerotolerancebeleid gehanteerd, want als een werknemer eenmaal een niet geschikt dier heeft vervoerd, mogen al de andere werknemers in drie jaar tijd niet eenzelfde fout maken. Is dit wel redelijk om te verlangen? De NVWA mag deze fout wél ongestraft maken, maar de transporteurs moeten meteen bloeden? De toekomst zal uitwijzen hoe de bestuursrechter deze vraag zal beantwoorden. We gaan dit voorbeeld zeker gebruiken in de komende verweren.
Naar meer geslaagde procedures
Al met al genoeg redenen om het al lopende verzet tegen het opleggen van bestuurlijke boetes nog meer nieuw leven in te blazen!
Successen zijn al geboekt als het gaat om de beladingsnorm van runderen, en incidentele gevallen van vermeend zorgvee, overbelading en reiniging c.q. ontsmetting van wagens. Het rapport van Rob biedt zeer zeker aanknopingspunten voor meer geslaagde procedures.