Een verdachte kan verzoeken om de aanstelling van een deskundige, onder andere op grond van artikel 227 van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte kan daar belang bij hebben, zeker ook in zedenzaken. De deskundige wordt benoemd door de rechter-commissaris. Hierbij wordt meestal een gericht aantal vragen voor de deskundige geformuleerd. Aan de hand van in de forensische diagnostiek bekende modellen en checklijsten wordt dan in het dossier nagegaan of bijvoorbeeld de verhoren op een juiste manier zijn verlopen.
Soms slaat een deskundige de plank volledig mis. Zo is bijvoorbeeld professor Bullens, die een vooraanstaande rol speelt in het verhaal Opa, zwaar bekritiseerd als het gaat om zijn functioneren in de Schiedammer Parkmoord. Hij zou niet hebben ingegrepen toen het jongetje, dat de aanval overleefde, erg hard door zijn verhoorders werd aangepakt. Dat leverde vervolgens een verklaring ten nadele van de later ten onrechte veroordeelde verdachte op. En wie kent niet de omstreden poppenmethode, aan de hand waarvan wel heel makkelijk werd vastgesteld dat het te ondervragen kind seksueel was misbruikt. Ook dat gebeurde onder toezicht van gedragsdeskundigen.
Onlangs heeft de rechterlijke macht het Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen geïntroduceerd. Een databank met erkende experts, waar de rechters uit kunnen putten. Bij de introductie op 12 maart 2009 kwam de aanbeveling van mr. Corstens, President bij de Hoge Raad, om strafrechters ook meer te bekwamen in forensische wetenschappen, opdat zij deskundigenberichten naar juiste waarde kunnen schatten.
Experts in zedenzaken maken veel gebruik van kindvriendelijke studio’s bij het onderzoeken van jonge aangeefsters/getuigen. Er wordt altijd begonnen met een of meerdere spelletjes en spelenderwijs komt men dan tot de kern van het verhoor. De officier van justitie, de verdediging en de rechter-commissaris zitten in een aparte kamer mee te kijken, en worden na het verhoor in de gelegenheid gesteld aanvullende vragen te formuleren, die vervolgens dan weer door de verhoorders aan het kind worden gesteld.
In het verhaal Opa draait alles om incest. Het toont aan dat een gunstige rapportage van een getuige-deskundige niet altijd leidt tot vrijspraak…
Opa
Mr. M.J.J.E. Stassen
Opa kijkt door de ramen van de TBS-kliniek waar hij wordt behandeld om te voorkomen dat hij ooit nog de fout in zal gaan in de maatschappij. Mistroostig kijkt hij naar buiten. Hij is net de zeventig gepasseerd. De feiten waarvoor hij is veroordeeld – de verkrachting van zijn dochter, kleindochter en kleinzoon – liggen al ver achter hem.
Toch blijft de incest hem achtervolgen. Ook nu weer. Steeds weer wordt de kwestie opnieuw opgerakeld. Opa komt maar niet los van de gevolgen van zijn daden. Hij zit muurvast in het familieweb van seks en intriges en piekert. Was hij eigenlijk wel zo verkeerd? Wat kon hij er helemaal aan doen? Komt er nooit een einde aan de ellende? Nee dus. Nu is het zijn schoonzoon die vastzit op verdenking van verkrachting van zijn kinderen. Maar dat is toch zijn eigen schuld? Daar kan Opa toch niets aan doen? Ze kunnen hém toch niet verwijten dat zijn schoonzoon de fakkel heeft overgenomen? Maar dat doen ze wel.
Voor een goed begrip van de onderlinge verhoudingen is een overzicht van de familie van Opa onontbeerlijk.
Marjan is de dochter van Opa en is door hem misbruikt. Ze heeft twee kinderen, een dochter en een zoon, zijn kleinkinderen. Ook zij werden het slachtoffer van Opa’s seksuele driften.
Marjan is hertrouwd met Kees en samen hebben ze nog een dochter gekregen. Ze hebben in totaal dus drie kinderen. Daarvan wonen er twee thuis, de meisjes. De (stief)zoon woont in een pleeggezin in dezelfde plaats. Hij heet Jan en is bijna twintig.
Hij is dus de kleinzoon van Opa. Jan is nog altijd in therapie voor hetgeen deze hem heeft aangedaan. Uit de behandeling van Jan is nu een nieuw seksschandaal naar voren gekomen. Hij is wéér seksueel misbruikt, maar nu door zijn stiefvader Kees. De ellende kent geen einde.
Kees is omstreeks veertig jaar oud. Op een dag wordt hij gebeld op zijn werk. Of hij zo snel mogelijk naar de hulpverleningsinstantie van Jan wil komen. Daar aangekomen treft hij zijn vrouw en hun drie kinderen aan. Iedereen kijkt boos en ernstig. Dat geldt zeker voor de therapeute van Jan, die tevens zijn voogd is. Zij legt de schokkende situatie uit. De therapeute gaat namens Jan aangifte doen van ontucht en verkrachting. Gedurende een lange termijn. Door hém. Door zijn stiefvader. En, of ja, hij heeft ook zijn stiefdochter en biologische dochter, de jongste, misbruikt en verkracht. Laatstgenoemde is pas acht jaar oud.
De beschuldigingen treffen hem als een mokerslag. Kees kijkt de kamer door. Naar zijn vrouw, die teneergeslagen naar de grond staart. Naar zijn kinderen, zijn vermeende slachtoffers, die hem ook niet aan durven kijken. De hulpverleenster neemt het heft in handen en is duidelijk: hij moet zichzelf gaan aangeven bij de politie, anders worden alle kinderen uithuisgeplaatst.
Tegen deze druk kan Kees niet op. Hij staat met de rug tegen de muur. Hij wil hoe dan ook voorkomen dat zijn gezin uit elkaar valt en offert zich op. Hij laat de politie bellen. Kees wil zijn gezin bij elkaar houden, dat is het allerbelangrijkste voor hem. Zijn vrouw en stiefkinderen hebben al genoeg meegemaakt met Opa. Dat drama mag zich niet nog een keer herhalen. Hij laat zich gewillig afvoeren door de politie. Hij zegt direct dat hij niets gedaan heeft, dat de beschuldiging onterecht is en vertrouwt erop dat dat uit onderzoek wel zal blijken.
Marjan is wanhopig, in shock. Alles wat haar vader bij haar gedaan heeft, komt weer boven. Hetzelfde geldt voor haar kinderen. Wat is het toch goed dat Opa daarvoor TBS heeft gekregen en pas terug zal keren in de maatschappij als hij genezen is. Tenminste, als dat ooit nog gebeurt. Maar hoe kan het dat dit alles nu weer opnieuw heeft plaatsgevonden? Nota bene door Kees, haar eigen man. Waarom heeft Jan aangifte tegen hem gedaan? Houdt de nachtmerrie dan nooit op?
De relatie met haar zoon Jan verkilt. Marjan begrijpt niet hoe hij deze beschuldigingen kan uiten. Ze voelt de afstand tussen Jan en de rest van het gezin groter worden.
Kees zit in verhoor; hij wordt stevig aan de tand gevoeld. De man laat weinig los. Zijn raadsman heeft hem verteld dat hij beter kan wachten tot er een dossier is samengesteld. De eerste drie dagen van de hechtenis krijg je geen stukken te zien, dat komt daarna pas. Tot die tijd is het beter te zwijgen en dus houdt Kees zijn kaken op elkaar.
Wanneer de aangifte in de loop van de week opduikt, blijkt dat deze namens de stiefzoon is gedaan door de initiërende hulpverleenster. Zij is de drijvende kracht achter de hernieuwde zedenzaak. Zij is naar de politie gegaan omdat zij gelooft dat het verhaal van de stiefzoon juist is. In de eerste versie van het dossier komt Jan niet eens aan het woord. De hulpverleenster weet hoe ze de aangifte moet brengen:
‘Zoals ik Jan ken en ik zijn verhaal hoor, geloof ik Jan.’
En:
‘… maar toch wil hij aangifte doen en zijn verhaal vertellen bij de politie. In vind dat heel erg sterk van hem.’
De advocaat weet wat hem te doen staat. Binnen de kortste keren zal zijn cliënt normaal gesproken weer op vrije voeten zijn. Maar in deze zaak is niets gewoon. Kees gooit roet in het eten. Hij bekent de feiten zoals ze in de aangifte staan omschreven:
‘Ik heb de kinderen aangeraakt. Dit bestond uit strelen, knuffelen en aanraken van de geslachtsdelen.’
En:
‘Ik wil hier later wel nader over verklaren.’
Zijn raadsman is verbijsterd. Waarom doet hij dit? Marjan twijfelt niet meer, ze moet het nu wel geloven. Haar eigen man. Dus toch…?
De therapeute en rechercheurs halen opgelucht adem. De vrouw heeft juist gehandeld door alarm te slaan bij de politie. Nu kan de incestpleger worden gestraft voor zijn misselijkmakende daden.
Opa slijt zijn dagen in de kliniek. Hij volgt de gebeurtenissen op afstand en denkt er het zijne van. Iedere middag wordt hij opgehaald voor behandelingen. Ook zo zinloos. Hij is toch niet ziek?
Marjan en haar kinderen leven hun levens. Labiel. Getraumatiseerd. Kwetsbaar. De meisjes bij hun (stief)moeder. Jan elders in de stad. Het gezin wordt intact gelaten, van een uithuisplaatsing is geen sprake. Dankzij de bekentenis van (stief)vader Kees.
Maar in het huis van bewaring slaat na enige tijd de twijfel toe bij de incestverdachte. Hij heeft bekend in het belang van zijn gezin – hij wilde hoe dan ook voorkomen dat de kinderen in een instelling terecht zouden komen – maar steeds vaker vraagt hij zich af of hij er wel goed aan heeft gedaan. Want hij heeft zijn kinderen helemaal niet misbruikt, geen sprake van. Hij heeft ze nooit ook maar met een vinger aangeraakt. Hij besluit open kaart te spelen met zijn advocaat, die toch al de nodige twijfels had bij het waarheidsgehalte van de aangifte.
Een spervuur aan vragen van Kees volgt tijdens hun eerstvolgende ontmoeting. Hoezo de kinderen uithuisplaatsen als er niets is voorgevallen? Ik krijg steeds meer het gevoel dat ik moet opdraaien voor iets dat mijn vrouw en stiefzoon in het verleden hebben meegemaakt met Opa. Kan dat kloppen? Als het allemaal waar zou zijn, waarom hebben dan mijn dochters geen aangifte gedaan? Waarom krijg ik alleen maar lieve kaartjes en briefjes van ze in het huis van bewaring? Waarom heeft Jan zich eigenlijk niet zélf bij de politie gemeld? Word ik belazerd door die therapeute? De raadsman luistert en knikt. Hij heeft enkele wedervragen, waarop zijn cliënt onmiddellijk antwoord kan geven. Waarom heeft u een bekentenis afgelegd als er helemaal niets oneerbaars is voorgevallen? Om mijn gezin van de ondergang te behoeden. Hoe kunt u zo’n gedetailleerde verklaring over door u gepleegde ontucht en verkrachtingen afleggen, als ze in werkelijkheid niet hebben plaatsgevonden? Omdat ik het dossier in kon zien, inclusief de aangifte. Ik heb daar mijn bekentenis volledig op gebaseerd. Hoe kon u zo dom zijn? Ik was in paniek.
Kees krijgt hulp uit onverwachte maar o zo belangrijke hoek. Stiefzoon Jan stuurt hem een brief, waarin hij opbiecht dat zijn aangifte gebaseerd is op feiten die Opa met hem heeft gepleegd en dat zijn vader onschuldig is. Hij schrijft onder andere:
‘hierbij verklaar ik dat ik de aanklacht tegen men vader intrek wat ik eerder verklaart is me alemaal overkome met me opa’
De raadsman adviseert zijn cliënt om ook een brief te schrijven waarin hij uitlegt dat zijn bekentenis niet juist is, en waarom. Kees doet dat:
‘Ik heb geen handelingen bij deze kinderen verricht en er is dus geen sprake van incest en ik ontken ten stelligste ook dat er iets gebeurd zal zijn.’
En:
‘Tijdens het verhoor werden mij de woorden in de mond gelegd, en ik werd daardoor onzeker, mede door hetgeen mij eerder is verteld had ik tevens de angst dat de kinderen uit huis geplaatst zouden worden. Dat zou een regelrechte ramp voor mijn echtgenote betekenen en ik had de angst dat ze zichzelf iets zou aandoen.’
Beide brieven worden aan het parket en de rechtbank gestuurd, waar ze inslaan als een bom.
Opa kan het allemaal niet bevatten. De laatste tijd komt niemand van de familie meer bij hem op bezoek. Komt dat omdat zijn schoonzoon vastzit? Daar staat hij toch helemaal buiten? Of wordt er met nieuwe modder in zijn richting gegooid?
De raadsman geeft zijn onderzoekswensen op aan de rechtbank. Het onderzoek gaat een nieuwe fase in.
De stiefzoon en de dochters van Kees worden allen gehoord in een speciale verhoorstudio in Eindhoven. Jan herhaalt de inhoud van zijn brief. De meisjes verklaren dat hun (stief)vader met hen nimmer iets op zedengebied heeft gedaan. Het biologische dochtertje verhaalt zelfs in geuren en kleuren hoe lief en zorgzaam haar vader is. Wat de verhoorders ook proberen, uit niets komt vast te staan dat Kees iets verkeerds gedaan zou hebben.
De verdachte zelf wordt nogmaals door het onderzoeksteam ondervraagd. Hij verklaart nu ook tegenover hen dat hij alleen maar heeft bekend om zijn gezin te helpen. Professor Bullens, een landelijk bekende forensisch deskundige, wordt door de rechtbank aangesteld om Jan en zijn verklaringen nader te onderzoeken. Zijn conclusie is helder:
‘Theoretisch gesproken is het derhalve mogelijk dat de (vermeende) seksuele handelingen wel hebben plaatsgevonden, maar dat deze niet zijn verricht door Kees, maar bijvoorbeeld door de Opa van Jan. Een kind/mentaal jongere die al eerder (onvrijwillige) seksuele handelingen heeft ervaren, kan die ervaring immers op een andere ‘verdachte’ projecteren.’
Opa snapt er nu helemaal niets meer van. Nu willen ze zijn strafdossier gebruiken in de zaak tegen zijn schoonzoon. Wat hebben die zaken met elkaar te maken? Krijgt hij dan nu echt overal de schuld van?
De raadsman verzoekt om opheffing van de voorlopige hechtenis. De rechtbank besluit tot schorsing en zijn cliënt komt op vrije voeten. Justitie wenst echter vast te houden aan de uitgebrachte dagvaarding: de verdenking van ontucht en verkrachting van alle kinderen. Het gekke is echter dat Kees gewoon naar huis mag, naar zijn vrouw en thuiswonende dochters. Het enige dat hij meekrijgt is een voorlopig contactverbod met zijn stiefzoon Jan.
Maanden verstrijken. Het proces belandt in een beslissende fase. De eindrapportage van Bullens is positief voor de verdachte. Hij bespreekt een aantal scenario’s. Hij laat uitdrukkelijk de mogelijkheid open dat de feiten zoals de stiefzoon die aangegeven heeft daadwerkelijk gebeurd zijn, maar dat de zedenmisdrijven door een ander dan zijn stiefvader gepleegd zouden kunnen zijn. En dat is het gaatje dat de verdediging zocht. Zolang die mogelijkheid blijft bestaan, is er geen veroordeling mogelijk. Toch?
De rechtbank stelt in het vonnis dat het vreemd is dat de verdachte aanvankelijk bij zijn bekentenissen is gebleven ondanks dat hij de bijstand had van een raadsman. Voorts achten de rechters de details in de bekennende verklaringen doorslaggevend en is het feit dat Kees ook een aantal zaken heeft ontkend erg belangrijk. De rechtbank stelt dat er details zijn verteld die zowel in de aangifte als in de bekentenis staan, terwijl de verdachte deze details nog niet uit het voorgeleidingsverbaal had kunnen weten. Ook het feit dat er bij Kees een geringe hoeveelheid kinderporno is aangetroffen en dat hij éénmaal eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld, neemt de rechtbank mee bij haar overwegingen. Over de opening die Bullens in zijn rapport laat wordt niet gerept. Kees is de klos. De rechtbank veroordeelt hem tot vijf jaar gevangenisstraf.
Kees kan het niet bevatten. De veroordeling komt onverwacht en daardoor erg hard aan. Over het instellen van hoger beroep hoeft hij niet lang na te denken. De raadsman besluit zich nogmaals vast te bijten in het dossier. De mogelijkheid dat Jan de waarheid spreekt over de feiten, maar dat iemand anders de dader is, laat hem niet los.
Opa schudt zijn hoofd. Een jarenlange gevangenisstraf voor zijn schoonzoon. Wat moet er van zijn kleinkinderen terecht komen?
Kees blijft op vrije voeten, in afwachting van het hoger beroep. Hij blijft ondanks de veroordeling bij zijn gezin in huis wonen. Hij heeft goed contact met zijn dochters. De relatie met zijn stiefzoon, de aangever, verbetert aanzienlijk. Jan laat steeds vaker blijken dat hij het contact met zijn (stief)vader, moeder en zusjes weer helemaal wil herstellen.
Het hoger beroep vindt bijna een jaar later plaats. Met name de studioverhoren en de conclusie van Bullens vormen voor de verdediging aanleiding op opnieuw vrijspraak te vragen. De advocaat laat het hof zien dat de schoolresultaten van de kinderen prima zijn, terwijl de verdachte al die tijd gewoon thuis heeft gewoond. Ook worden brieven van de kinderen, ook van de stiefzoon, overgelegd. Hieruit blijkt niets anders dan pure liefde voor hun (stief)vader. Is het vooropgezet spel of zijn het ware gevoelsuitingen?
De raadsheren nemen de moeite de beelden van de studioverhoren op aandrang van de verdediging te bekijken en weten ze vervolgens op juiste waarde te schatten. De jongste dochter van acht jaar wordt beschreven als een onbevangen meisje dat standvastig en consistent verklaart. Er is volgens haar niets voorgevallen. Uit het studioverhoor:
Politie: waar kom je over praten denk je?
Dochter: over papa
Politie: over papa. En wat kun je daarover vertellen?
Dochter: uhm, dat papa lief is
Politie: en verder?
Dochter: dat ik bij hem wil zijn
Politie: dat je bij hem wilt zijn
Dochter: en dat ik hem graag zie
Politie: ja
Dochter: want ik hou van hem
Politie: ja… ja
Dochter: ik vind hem gewoon heel lief.
Belangrijk is ook dat de raadsheren het gaatje dat Bullens heeft opengelaten óók zien: de feiten zijn mogelijk door een andere dan de verdachte gepleegd. De verklaringen van de stiefzoon worden daarom niet als bewijs gebruikt en daarmee vervalt de basis onder alle aanklachten. Het hof zet de veroordeling door de rechtbank om in vrijspraak.
Opa reageert boos. Zijn schoonzoon bekent, naar aanleiding van een aangifte van de stiefzoon, en toch wordt hij vrijgesproken?
En hij dan? Waarom zit hij nog in deze kliniek? Dan had hij toch ook vrijgesproken moeten worden?
Kees, Marjan en hun kinderen, waaronder Jan, proberen de draad van hun leven weer op te pikken. Maar de angst voor nieuwe ellende blijft voortdurend aanwezig. Hoe groot zal de rol van Opa in de toekomst nog blijven? Als Kees het niet heeft gedaan – en Jan wél de waarheid sprak – wie is dan de dader?
De gedragingen van Opa zullen nog generaties ver doorwerken in zijn familie. Het is de hoge prijs die voor incest wordt betaald.
Kinderpornografie
De wetgever heeft bij alle zedendelicten de bescherming van minderjarigen hoog in het vaandel staan. Of het slachtoffer zelf om de handeling vroeg, deze op prijs stelde of ervan genoot, maakt niets uit. Minderjarigen zijn minderjarigen. Hun belangen staan centraal. Bij kinderpornografie gaat dit nog een stapje verder.
De wetgever heeft kinderpornografie strafbaar gesteld in artikel 240b, lid 1, van het Wetboek van Strafrecht: Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar wordt gestraft degene die een afbeelding – of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreidt, openlijk tentoonstelt, vervaardig, invoert, doorvoert, uitvoert of in bezit heeft. En lid 2: Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaar wordt gestraft degene die van het plegen van een van de misdrijven, omschrijven in het eerste lid, een beroep of een gewoonte maakt.
Bij kinderpornografie hoeft niet eens bewezen te worden dat de persoon die op de afbeelding staat daadwerkelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt. Het is voldoende als de rechter vaststelt dat de afgebeelde minderjarige kennelijk nog minderjarig is. Ook virtuele kinderpornografie is strafbaar. Zelfs het bezit van een strip- of animatieafbeelding van een naakte minderjarige wordt als kinderpornografie beschouwd.
Seksueel misbruik van minderjarigen en kinderpornografie wekken de grootst mogelijke afschuw en zijn te allen tijde verwerpelijk. Daar is iedereen het over eens. Maar soms, heel soms, zit er zelfs aan deze verschrikkelijke zedenmisdrijven een andere kant die in een strafproces – al is het tegen alle winden in – niet onvermeld mag blijven. Het verhaal ET is daar een schoolvoorbeeld van en behoort daarom in de internationale misdaadgeschiedenis tot de strafprocessen-van-de-eeuw.