In januari 2015 heeft de Staatssecretaris een boete opgelegd aan een veetransporteur omdat ten aanzien van de beladingsnormen niet zou zijn voldaan aan de bekende Verordening 1/2005.
Concreet stelde de NVWA dat er een norm is waaruit blijkt dat de beladingsdichtheid voor varkens van ongeveer 100 kg niet hoger mag zijn 235 kg per vierkante meter. Bij onderhavig transport was dat echter 307 kg/m2 op de voorwagen en 290 kg/m2 op de aanhanger.
De getransporteerde varkens hadden dan ook een gemiddeld gewicht van 202 kg. We hebben vervolgens bij het Ministerie en de rechtbank betoogd dat de norm van 235 kg/m2 slechts heeft te gelden voor varkens van ongeveer 100 kg, en dat varkens van gemiddeld 202 kg niet onder deze categorie vallen. Zo staat het namelijk in de Verordening.
De rechtbank heeft vervolgens bepaald dat de norm van 235 kg/m2 gezien moet worden als een minimumnorm. Het kan volgens de rechtbank niet zo zijn dat zwaardere dieren een ruimere norm zouden krijgen. Beroep ongegrond.
De hoogste bestuursrechter, het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) kijkt daar in deze zaak echter anders tegen aan. Nu Nederland geen andere normen heeft gesteld, geldt enkel de norm uit de Verordening 1/2005. En die norm geldt volgens het CBB alleen maar voor varkens van ongeveer 100 kg, en niet voor varkens uit andere (zwaardere) gewichtscategorieën.
Denemarken bijvoorbeeld heeft een dergelijke nadere indeling van gewichtsklassen wél gemaakt. De Europese rechter heeft die indeling getoetst en goed bevonden. Nederland heeft dat niet gedaan, zodat enkel de norm van 235 kg/m2 bestaat, en die norm is in deze zaak van zware varkens niet van toepassing. Dat betekent dat de boete niet opgelegd had mogen worden.
Is er nog ergens onder het gras een addertje te vinden? Ja, een kleintje. Het CBB gaf aan dat ook als norm kan dienen dat de dieren tenminste gelijktijdig moeten kunnen gaan liggen en in hun natuurlijke houding moeten kunnen staan. Als de NVWA, los van de gewichtsnorm, constateert dat dit niet het geval is, kan er ook een boete worden opgelegd. De vraag daarbij is hoe objectief een dergelijke waarneming kan worden gedaan. Een meting is te controleren, een indruk van een toezichthouder van de NVWA helemaal niet.
In deze zaak had de toezichthouder daar in ieder geval niet naar gekeken, zodat het beroep gegrond is verklaard. De vervoerder heeft zijn boete en de juridische kosten vergoed gekregen.
Voor vrijblijvende informatie kunt u altijd contact opnemen met mr. M.J.J.E. Stassen van Linssen cs Advocaten 013-5420400