Een gevaarlijk iemand die zich als onschadelijk voordoet. Dat is de letterlijke betekenis van dit spreekwoord met de wolf. En dan doel ik niet op de wolf die zich al onverhuld liet zien in onze streken. Ons jagers tartend loopt hij uitdagend voor de camera. Hij heeft geen schaapskleren nodig, hij laat zien wie hij is.
Anders leek dat met Tristan van der V. Hij droeg schaapskleren, en daardoor kreeg hij een wapenvergunning. Met het verschrikkelijke gevolg dat hij op 9 april 2011 zes mensen doodschoot en 16 mensen met kogels verwondde in een winkelcentrum in Alphen aan de Rijn.
Het zal geen enkele jager en sportschutter ontgaan zijn dat deze gebeurtenissen ertoe hebben geleid dat de wapenwetgeving aanzienlijk is aangescherpt. Een treffend voorbeeld is de aanpassing van de nieuwe Wet Natuurbescherming in september 2017. Er is toen een groot aantal strafbare feiten in de wet opgenomen met de bepaling dat bij het begaan van één van deze feiten de akte voor de duur van maar liefst 8 jaar niet verleend mag worden. Het betreft dan bijvoorbeeld een mishandeling door een enkele klap en bedreiging, maar ook alle feiten die genoemd zijn in de Wet wapens en munitie. De verdwaalde hagelpatroon in de jaszak betekent op basis van deze aanpassing van de wet een periode van acht jaar drijven in plaats van schieten.
In feite gebruikt de wetgever de gebeurtenissen in Alphen aan de Rijn als aanleiding om de schaapskleren van de wolf te verwijderen. De wolf moet zichtbaar worden, een gevaarlijk iemand moet ontmaskerd worden.
De vraag is of het leggen van dat verband terecht is.
Het gerechtshof heeft zeer recent namelijk bepaald dat de politie deels aansprakelijk is voor de schade die Van der V. heeft toegebracht. De reden daarvoor is echter niet dat de wetgeving tekort schoot.
Uit de feiten blijkt namelijk dat Van der V. in 2003 betrokken was bij een bedreiging en een schietincident met een luchtdrukwapen van zijn vader. Dat is vastgelegd in het systeem van de politie. Sterker nog, op basis van deze feiten is hem in 2005 een wapenvergunning geweigerd.
In 2006 is Van der V. gedwongen opgenomen in een psychiatrische inrichting, onder andere omdat hij zelfmoord zou willen plegen bij een schietvereniging. De situatie was dermate ernstig dat hij met spoed met een ambulance naar een inrichting is gebracht. Ook dat gegeven was opgenomen in de politiesystemen.
Ondanks al deze feiten heeft Van der V. in 2008 een wapenvergunning gekregen.
Het gerechtshof stelt nu, kort gezegd, vast dat Van der V., op basis van de toen geldende wetgeving, geen wapenvergunning had mogen krijgen. De politie heeft bij die afgifte onrechtmatig gehandeld. Het gerechtshof legt uitgebreid uit wat de toen geldende wetgeving inhield, en waarom er op basis van die wetgeving geen wapenvergunning aan Van der V. gegeven had mogen worden. Sterker, het gerechtshof stelt vast dat één enkele politiemedewerker onrechtmatig heeft gehandeld door niet alle feiten uit het verleden bij de aanvraag uit 2008 te betrekken.
Dit betekent dat de wetgeving uit 2008 wel degelijk deugde. Op geen enkele wijze is door de rechtbank of het gerechtshof vastgesteld dat de wetgeving te kort schoot, en dat daardoor die vreselijke gebeurtenissen in 2011 hebben kunnen plaatsvinden.
De redenering dat de gebeurtenissen in Alphen aan de Rijn vragen om strengere wetgeving is dan ook niet juist. De wetgeving was prima, de systemen met gegevens van aanvragers waren aanwezig, de controlemomenten waren aanwezig, het functioneerde. Het is de politie geweest die een fout heeft gemaakt door niet alle systemen te raadplegen en niet alle gegevens uit het verleden van Van der V. te vinden en mee te wegen. Alleen daardoor was het toch verlenen van de wapenvergunning onrechtmatig, niet omdat de wet te kort schoot.
Meer maatwerk zou beter zijn. Kijken naar de mens achter de aanvrager, en niet alleen maar beoordelen op bijvoorbeeld een enkele slordigheid of vergissing. De regelgeving geeft daar soms nog een beetje ruimte voor, maar steeds minder. Zo kent de regelgeving op basis van de Wet wapens en munitie mogelijkheden om van de termijn van acht jaar af te wijken.
De wolf was dus wel degelijk zichtbaar, maar werd niet gezien. Strengere wetgeving om de helemaal niet aanwezige schaapskleren te verwijderen is dan ook niet de juiste reactie.